29.
waar niets alles is
weemoed kleurt de lucht grauw grijs
snijdt littekens in mijn ziel
maar hoog boven winden
spreidt meeuw haar vleugels
hoger steeds hoger draagt zij de pijn
ver boven ruimte en tijd
geen stilte geen lawaai
niets is alles - alles is niets
haar klagelijk gehuil verdwijnt in nevelen
op vleugels gedragen offert zij zich aan de zon
terwijl tussen grijs en grauw
een nar op antwoord wacht
|