16.
Eb en vloed
gloedvol- vurig warme nachten
dagen van vervuld geluk
beukt de woeste wilde zee
op dijken van het bange wachten
angstig wilde hoopgedachten
turbulentie in mijn lijf
golven die mij overspoelen
die mij eens in doodsnood brachten
verwarren nu mijn angstig hart
ijzig koude noordewinden
kruipen door mijn botten heen
waardoor de eb de vloed verwart
|