15.
barenstijd
zacht dein ik
op vruchtwater
van oranje gele warmte
in de schoot van de oneindigheid
als ik door lichte drang gedreven
langs haar navelstreng van ragfijne stralen
een weg naar buiten zoek
naar het bruin van de aarde
gunt de zon mij een glimp op de wereld
en ik werp mijn schaduw naar buiten
op dat schitterende moment
kreunt haar baarmoeder
van geluk
|